Een maagsonde is een katheter (dun slangetje) dat in de maag uitkomt. Patiënten krijgen een maagsonde geïndiceerd wanneer het hen niet zelfstandig lukt om voeding tot zich te nemen. Via de sonde wordt dan vloeibare voeding, drinken en zo nodig medicatie toegediend.
Welke soorten sondes zijn er?
Er bestaan verschillende soorten sondes. De juiste maagsonde wordt gekozen per situatie. In de praktijk wordt de neusmaagsonde veel gezien. Deze sonde wordt via de neus ingebracht. Het uiteinde van de katheter komt daarbij in de maag te liggen. Op deze manier kan zonder te hoeven slikken toch voeding, vocht of medicatie toegediend worden.
De PEG-sonde (percutane endoscopische gastronomie) wordt meestal geïndiceerd bij een langere gebruiksduur. Wanneer duidelijk is dat een patiënt minstens 6 weken via de sonde moet worden gevoed, wordt hiervoor gekozen. Tenslotte kan een arts kiezen voor een sonde die weliswaar via de neus wordt ingebracht, maar verder dan de maag ligt doorgeschoven. Op die manier kan de maag ontlast worden. Tegenwoordig wordt een sonde ook steeds meer onder doorlichting ingebracht op de afdeling radiologie. Dat wordt een PRG (percutane radiologische sonde) genoemd.
Waarom krijg je een maagsonde?
Wanneer het iemand niet lukt om voeding tot zich te nemen, dan kan er indicatie zijn voor het inbrengen van een maagsonde. Door middel van de sonde wordt de voeding direct in de maag gebracht. Soms wordt het tijdelijk geïndiceerd, maar er kan ook permanent gebruik worden gemaakt van een maagsonde.
Medicatie via de maagsonde toedienen
Wanneer het slikken van medicijnen niet (goed) mogelijk is, kan dit ook via de sonde worden toegediend. Op die manier komt het direct in de maag terecht. Er zit echter ook een risico aan. Sommige medicatie kan namelijk de sonde doen verstoppen. Een sonde kan in een gunstig geval weer ontstopt worden, maar in het ergste geval is het plaatsen van een nieuwe sonde nodig. Een erg vervelende bijeenkomstigheid.
Hoe los je een verstopte sonde op?
Een sonde kan helaas verstopt raken. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Om een sonde niet te laten verstoppen is het belangrijk om deze regelmatig door te spoelen. Dat doe je het best met een spuitje van 10 a 20 cc in plaats van een grote spuit van bijvoorbeeld 50cc. Met een kleiner spuitje kun je namelijk meer druk zetten om de sonde door te spuiten. Gebruik bij het doorspuiten lauwwarm water en spuit de sonde door na iedere toediening van medicatie. Wanneer je de sonde echt niet meer kunt doorspuiten, kneed de slang dan met de vingers een beetje op de plek van verstopping. Probeer dan nogmaals door te spuiten. Wanneer ook dat niet helpt, kun je de sonde doorspuiten met 10 cc natriumbicarbonaat 4,2%. Laat dit vijftien minuten inwerken en spuit de katheter daarna weer door met water. Lukt dat niet direct? Probeer het dan een aantal keer. Het is belangrijk om het protocol van je eigen zorginstelling na te kijken, zodat je weet wat er bij jou wel of juist niet mag. Bicarbonaat is namelijk niet overal op voorraad en sommige instellingen gebruiken dit niet (meer).
Het inbrengen van een maagsonde wordt in de opleiding tot verpleegkundige geleerd.
Geef als eerste een reactie