De 11 gezondheidspatronen van Marjory Gordon (een verpleegkundig theoretica en professor in de verpleegkunde) vormen een uitgebreide methode om de gezondheid van een individu holistisch te beoordelen. Deze patronen helpen verpleegkundigen om een gedetailleerd beeld te krijgen van de gezondheidstoestand van de patiënt en dienen als leidraad voor zorgplanning en interventies.

1. Gezondheidsbeleving en -instandhouding:

Hier wordt bekeken hoe de patiënt zijn gezondheid ervaart en onderhoudt, inclusief gewoonten, preventieve maatregelen en kennis over gezondheidszorg. Dit patroon omvat de medische geschiedenis (anamnese) en huidige gezondheidstoestand.
Voorbeeld vragen: ‘Hoe voelt u zich momenteel?’, ‘Gebruikt u alcohol of rookt u?’.

2. Voedings- en stofwisselingspatroon:

Analyseert eet- en drinkgewoonten, opname van voedingsstoffen, metabolisme, en eventuele problemen zoals ondervoeding of obesitas. Het omvat ook hydratatie en de balans van elektrolyten.
Voorbeeld vragen: ‘Is uw eetlust veranderd ten opzichte van een jaar geleden?’, ‘Is uw gewicht gelijk gebleven de afgelopen tijd?’.

3. Uitscheidingspatroon:

Beoordeelt de normale functie van uitscheidingsorganen, zoals blaas en darmen, en eventuele afwijkingen zoals incontinentie of obstipatie. Dit patroon helpt bij het identificeren van uitscheidingsproblemen.
Voorbeeld vragen: ‘Merkt u dat minder vaak of juist vaker naar het toilet moet om te plassen?’, ‘Hebt u weleens bloed bij de ontlasting gezien?’.

4. Activiteitenpatroon:

Onderzoekt dagelijkse bezigheden, fysieke activiteit, uithoudingsvermogen, recreatieve activiteiten en de impact daarvan op de gezondheid. Het omvat ook eventuele beperkingen in mobiliteit.
Voorbeeld vragen: ‘Hoe ziet een normale dag voor u eruit?’, ‘Kunt u omschrijven wat u zoal doet aan sportieve activiteiten?’.

5. Slaap- en rustpatroon:

Evalueert slaapgewoonten, kwaliteit en kwantiteit van slaap, rustperiodes en eventuele slaapstoornissen. Dit patroon helpt bij het begrijpen van problemen zoals slapeloosheid of slaapapneu.
Voorbeeld vragen: ‘Komt u gemakkelijk in slaap?’, ‘Geeft u partner aan dat u snurkt?’.

6. Cognitief en perceptueel patroon:

Onderzoekt de cognitieve functies zoals geheugen, besluitvorming en sensorische perceptie, evenals pijnervaring en pijnmanagement. Het omvat ook communicatievaardigheden en eventuele beperkingen.
Voorbeeld vragen: ‘Heeft u geregeld last van hoofdpijn?’, ‘Merkt u dat u weleens iets vergeet?’.

7. Zelfbeleving- en zelfconceptpatroon:

Beoordeelt het zelfbeeld, eigenwaarde, identiteit en emotionele toestand van de patiënt. Dit patroon helpt bij het identificeren van psychologische problemen zoals depressie of angst.
Voorbeeld vragen: ‘Hoe gaat u om met deze veranderingen?’, ‘Wordt u weleens kwaad?’.

8. Rollen en relaties patroon:

Analyseert de sociale rollen en relaties van de patiënt, inclusief gezinsdynamiek, vriendschappen en sociale ondersteuning. Dit patroon helpt bij het begrijpen van sociale interacties en eventuele problemen daarin.
Voorbeeld vragen: ‘Deelt u een huishouden met andere mensen?’, ‘Hoe krijgt u de boodschappen in huis?’.

9. Seksualiteit en voortplantingspatroon:

Onderzoekt seksuele gezondheid, tevredenheid, voortplantingsproblemen en intieme relaties. Het omvat ook de impact van gezondheidsproblemen op de seksualiteit.
Voorbeeld vragen: ‘Bent u tevreden over de intimiteit die u ervaart met uw partner?’, ‘Hoe ziet uw normale menstruatiecyclus eruit?’.

10. Stressverwerkingspatroon:

Beoordeelt de niveaus van stress, copingstrategieën en de effectiviteit daarvan. Dit patroon helpt bij het identificeren van stressgerelateerde problemen en de noodzaak voor interventies.
Voorbeeld vragen: ‘Zijn er grote veranderingen plaatsgevonden in uw leven de afgelopen twee jaar?’, ‘Wat helpt u het best wanneer u gespannen bent?’.

11. Waarden en overtuigingen patroon:

Onderzoekt de waarden, overtuigingen, en levensfilosofie van de patiënt die invloed kunnen hebben op gezondheidsbeslissingen en zorgvoorkeuren. Dit patroon helpt bij het begrijpen van culturele en spirituele behoeften.
Voorbeeld vragen: ‘Bent u tevreden over de invulling van uw leven?’, ‘Hecht u waarde aan een bepaalde geloofsovertuiging of religie?’.

Toepassing in de praktijk van de 11 gezondheidspatronen van Gordon

Verpleegkundigen gebruiken deze patronen om systematisch gezondheidsgegevens te verzamelen en te analyseren. Dit helpt bij het opstellen van zorgplannen die zijn afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt.