Als verpleegkundige heb je de verantwoordelijke taak om zorg te dragen voor patiënten en hun gezondheid in stand te houden óf te bevorderen. Bij het uitvoeren van je taken is het essentieel om te kunnen klinisch redeneren. Daarmee kun je gestructureerd en objectief een situatie inschatten en de juiste acties nemen. Dat doe je het best gestructureerd en volgens de 6 stappen die Marc Bakker in Nederland introduceerde. Dit proces helpt je om op een systematische manier te denken en beslissingen te nemen, gebaseerd op een combinatie van klinische expertise en wetenschappelijke kennis.
Wat is klinisch redeneren?
Klinisch redeneren is het gestructureerd objectiveren en beoordelen van observaties en interpretaties. Dat betekent dat je wat je ziet en opvalt vervolgens koppelt aan je kennis. Zodat je daar op anticipeert. Het doel van klinisch redeneren is dan om zo goed mogelijk te reageren op (dreigende) gezondheidssituaties. Klinisch redeneren doe je het best gestructureerd volgens een stappenplan dat hieronder uitgebreid wordt toegelicht.
Daarvoor heb je kennis nodig van anatomie, pathologie en overige verpleegkundige kennis. Daarnaast is van belang om te oefenen met casussen om ervaring op te doen en te overleggen met collega’s. Klinisch redeneren is iets anders dan met anderen een ethische kwestie bespreken. Dan spreek je namelijk van een moreel beraad.
Waarom moet je klinisch redeneren?
Door te oefenen met klinisch redeneren ontwikkel je je klinische blik. Dat hoeft niet persé in een acute situatie, zoals veel verpleegkundigen denken. Ook een situatie die een langere periode beslaat leent zich uitstekend voor de methode. Weet ook dat klinisch redeneren niet goed of fout is. Je kunt er enkel van leren. Iedereen reageert namelijk anders in elke situatie. Daarnaast kun je naderhand door middel van reflecteren nog meer uit je leercurve halen. Klinisch redeneren met een collega kan leuke en leerzame nieuwe visies laten zien op een situatie. Hieronder lees je over de 6 stappen en kom je enkele voorbeelden tegen.
De zes stappen van het klinisch redeneren
Zie de 6 stappen als een leidraad om te klinisch redeneren. Als verpleegkundige moet je een bedreigde situatie herkennen en kunnen overzien. Iedere stap van de methode helpt om de situatie, of het vraagstuk, te overzien. Kijk mee naar onderstaande stappen met bijbehorende voorbeelden.
Stap 1 van klinisch redeneren: Oriënteren op de situatie
Het eerste deel van het klinisch redeneerproces is het verzamelen van gegevens. Dit kan bestaan uit het verkrijgen van informatie over de medische voorgeschiedenis, klachten en symptomen van de patiënt. Het is ook belangrijk om relevante laboratoriumuitslagen, beeldvorming en andere onderzoeksresultaten te bekijken.
Het is de bedoeling dat je de situatie van de patiënt overziet. Je gaat het (klinische) beeld van de patiënt vormgeven en presenteren. Maar misschien nog wel belangrijker: het kunnen beargumenteren wat je ziet. Daar leer je van! Een voorbeeld kan zijn: je vindt je patiënt tijdens de nachtdienst naast zijn bed op de grond. Je zoekt in deze stap uit wat relevante bekende kennis is. Je kunt bijvoorbeeld beknopt vertellen wat de huidige situatie is (man van 84, bekend met Parkinson, diabetes mellitus en slechtziendheid, heeft temazepam gehad voor de nacht, is in de nacht mogelijk gevallen naast zijn bed).
Stap 2: (Klinische) probleemstelling
Nadat de gegevens zijn verzameld, moet je deze informatie analyseren. Wat is nu het probleem en wat heeft prioriteit? In deze tweede stap is het de bedoeling dat je kunt aantonen wat feitelijk de problemen zijn. Daarbij onderscheid je niet alleen lichamelijke (somatische) en mentale (psychische) aspecten, maar je moet ze ook zo nodig kunnen linken met elkaar. Heeft het één met het ander te maken? Lokt het lichamelijke het mentale wellicht uit? In deze stap onderzoek je welk probleem prioriteit heeft en welke op de lange termijn behandeld kan worden.
In deze stap zoeken verpleegkundigen vaak uit welke orgaansystemen worden aangesproken bij dit probleem (bijvoorbeeld het ademhalingsstelsel of het bewegingsstelsel).
Een voorbeeld kan zijn: je patiënt is uit bed gevallen, want hij is nachtblind en kon daardoor niet goed zien. Als prioriteit is het somatische deel: bloedt de patiënt actief? Is er schade aan of in het hoofd? Minder prioriteit heeft op dit moment het minder goed kunnen zien in het donker. Dat probleem pak je later aan, wanneer de problemen met de hogere prioriteit zijn beoordeeld.
Stap 3: Aanvullend onderzoek
In stap drie van de 6 stappen ga je bedenken wat je nog meer zou willen weten van de situatie om alles goed te kunnen overzien. En om daarmee weloverwogen keuzes te maken. Is er meer informatie nodig? Heb je de hulp van een andere discipline nodig, zoals een arts? Moet er een bloedgasanalyse plaatsvinden? Moet je een bepaald meetinstrument inzetten?
Een voorbeeld kan zijn: ik wil graag weten of deze patiënt koorts heeft door het meten van de temperatuur. Of: om eventuele verhoogde hersendruk te meten controleer ik zijn pupillen met het ooglampje.
Stap 4 van de 6 stappen: beleid
Nu kun je echt laten zien wat je waard bent als verpleegkundige. Als je met de arts moet overleggen kun je alvast al je informatie paraat hebben. Eventuele materialen kun je in de tussentijd al bij elkaar zoeken. Let op dat je je positie weet en niet iets doet dat buiten je verantwoordelijk ligt. Je bent niet de dokter en hoeft zijn taken ook niet uit te voeren. Vergeet niet goed om te rapporteren in het patiëntendossier.
Een voorbeeld kan zijn: denk je dat de arts na de val van de patiënt alle vitale functies wil weten? Dat heb jij reeds bedacht en dus heb je aan de telefoon al deze parameters al gemeten en genoteerd. Weet jij dat deze patiënt hoogstwaarschijnlijk gaat starten met infusie? Je kunt alvast de infuuspaal en benodigdheden bij elkaar zoeken.
Stap 5: Verloop
Wat zou het gevolg kunnen zijn van het beleid dat is ingezet? Wat kunnen gevolgen zijn op de korte termijn? En op de lange termijn? Welke risico’s loopt de patiënt met dit beleid en kan ik daar als verpleegkundige iets aan doen?
Een voorbeeld: je patiënt is gevallen, heeft geen ernstige acute problemen en heeft hoofdpijn aan de val overgehouden. Op de korte termijn kun je hem pijnmedicatie geven, zoals voorgeschreven door de arts. Een oplossing voor het slechte zicht kun je op de lange termijn bedenken, door bij de arts te opperen een oogarts in consult te vragen voor advies en eventueel behandeling.
Stap 6: Evaluatie van de 6 stappen van klinisch redeneren
Je bent klaar met het analyseren van de situatie, maar deze laatste stap is nog erg belangrijk. Namelijk: wat heb je geleerd of wat zou je een andere keer anders of beter kunnen doen? Heb je soms teveel gefocust op het één en heb je iets anders daardoor te weinig aandacht gegeven? Reflecteer op je eigen handelen en evalueer met een collega of je werkbegeleider.
Een voorbeeld kan zijn: mijn patiënt is gevallen en ik heb in de periode direct daarna erg gefocust op zijn huidbeschadigingen. Hij bloedde gelukkig niet. Ik heb minder op zijn spraak gelet, daardoor kwam ik er pas later achter dat zijn hij niet helemaal helder sprak. Ik had wellicht eerder zijn bloedsuiker kunnen meten om zo een hypoglykemie te kunnen aantonen of uitsluiten.
Het klinisch redeneerproces kan iteratief zijn. Dat betekent dat je gedurende het proces terug kunt gaan naar eerdere stappen om meer gegevens te verzamelen. Soms moet je je probleemstelling herformuleren.
In de praktijk kan het klinisch redeneren veel tijd in beslag nemen, vooral als het gaat om complexe gevallen. Het is belangrijk om de tijd te nemen om grondig te werk te gaan en samen te werken met andere zorgverleners om de best mogelijke zorg voor de patiënt.
6 stappen van klinisch redeneren: en nu aan de slag!
Je kunt op Enurse oefenen met echte casuïstieken uit de praktijk. Er is een casus over een oudere in het ziekenhuis, een casuïstiek over pijn in de nachtdienst, een casus over een patiënt die is gevallen, een casus over iemand die niet lekker is geworden in de thuiszorg of wijkverpleging situatie, een casus over de diagnose rectaal bloedverlies en een casus over een cliënt met diarree.
Meer weten over reflecteren op een situatie? Bekijk onze voorbeelden op de thema pagina over reflecteren en reflectie op een situatie. Bekijk ook de artikelen over andere meetinstrumenten in de zorg.