Wanneer je een carrière in de verpleegkunde ambieert, dan is het van belang om de juiste opleiding te kiezen. Een veelgestelde vraag is of je verpleegkunde kunt studeren met een MBO-diploma. Dit artikel behandelt deze vraag en geeft inzicht in MBO Verpleegkunde als start tot zorgprofessional.

De MBO opleiding verpleegkunde (mbo-v) is gericht op het opleiden van verpleegkundigen die zorg kunnen bieden aan patiënten en cliënten. Tijdens deze opleiding leer je hoe je verpleegkundige zorg moet verlenen, hoe je moet samenwerken met andere zorgverleners en hoe je moet omgaan met de dagelijkse uitdagingen van het verpleegkundige beroep.

Een belangrijk aspect van de opleiding is de praktijkgerichte aanpak. Je krijgt veel praktijkervaring tijdens stages. Hierdoor kun je de geleerde theorie direct in de praktijk toepassen en ben je na afronding van de opleiding goed voorbereid op een carrière als verpleegkundige in het gewenste werkveld.

Al met al is de opleiding MBO verpleegkundige een uitdagende, maar ook zeer belonende opleiding die veel kansen biedt voor een carrière in de zorgsector.

Kan je verpleegkunde studeren met MBO?

Ja, het is zeker mogelijk om een verpleegkundige te worden via een MBO-opleiding. De MBO Verpleegkunde opleiding biedt een waardevolle opleiding op weg naar dit beroep en bereidt studenten voor op een carrière in de gezondheidszorg.

Welk niveau heeft de MBO verpleegkunde opleiding?

MBO Verpleegkunde is een niveau 4-opleiding. Dit geeft aan dat het een middelbare beroepsopleiding betreft, vergelijkbaar met een associate degree in andere landen. Het programma biedt zowel een theoretische basis als praktische training om studenten voor te bereiden op hun beroepals verpleegkundige.

Wat zijn de toelatingseisen voor MBO verpleegkundige opleidingen?

Hoewel toelatingseisen kunnen variëren tussen onderwijsinstellingen, zijn er enkele algemene criteria voor MBO Verpleegkunde opleidingen. Om te worden toegelaten, moet je meestal een VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs) diploma hebben. Bij voorkeur is dit in de richting van zorg en welzijn. Sommige scholen kunnen aanvullende eisen stellen, zoals het behalen van specifieke vakken of een toelatingstoets.

Wat is het verschil tussen mbo verpleegkunde BOL en BBL?

Het onderscheid tussen MBO Verpleegkunde BOL (Beroepsopleidende Leerweg) en BBL (Beroepsbegeleidende Leerweg) is de leerwijze en studieomgeving. BOL is een voltijdse opleiding waar studenten voornamelijk op school theoretische lessen volgen en stage lopen. In tegenstelling hiermee is BBL een deeltijdse opleiding waar studenten in de praktijk werken en slechts enkele dagen per week naar school gaan. BBL is ideaal voor degenen die al werken en leren willen combineren, terwijl BOL intensievere begeleiding biedt.

mbo-v

Wat houdt de opleiding MBO verpleegkunde in en wat leer je?

De opleiding bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder anatomie en fysiologie, verpleegkundige handelingen, psychologie en communicatie. Daarnaast krijg je ook opleiding in specifieke zorgdomeinen, zoals geriatrie, kinderverpleegkunde of verloskunde. Lees meer in ons artikel over de opleiding tot mbo verpleegkundige.

Welke vakken krijg je tijdens de opleiding mbo verpleegkunde?

Als verpleegkundige in opleiding op mbo niveau krijg je de volgende vakken:

  1. Anatomie en Fysiologie: Je krijgt een diepgaand begrip van het menselijk lichaam en hoe het functioneert, wat essentieel is om gezondheidsproblemen te begrijpen en te behandelen. Je leert hoe het lichaam in elkaar zit en welke organen, zenuwen, botten, spieren en structuren er in het lichaam zitten. Daarnaast krijg je onderwijs in hoe aandoeningen in elkaar zitten en hoe het lichaam op celniveau werkt.

  2. Ziekteleer (Pathologie): Je leert over verschillende ziekten, hun oorzaken, symptomen en behandelingen, wat cruciaal is voor het stellen van diagnoses en het bieden van de juiste zorg.

  3. Praktijklessen: Praktische training is een integraal onderdeel van de opleiding. Je leert essentiële verpleegkundige vaardigheden, zoals het toedienen van medicijnen, blaaskatheterisatie, wondverzorging, een infuus of neusmaagsonde inbrengen en het omgaan met medische apparatuur.