Site pictogram Enurse.nl

CT en MRI scan: de verschillen en overeenkomsten uitgelegd

Beeldvormende onderzoeken, zoals MRI en CT scans, worden vaak uitgevoerd op de afdeling radiologie. Maar wat zijn precies de verschillen tussen deze twee veelvoorkomende onderzoeken en waarom kiest een arts voor de ene boven de andere? Dit artikel geeft je een duidelijk inzicht.

Soorten beeldvormend onderzoek

Patiënten hebben soms beeldvormend onderzoek nodig om diagnoses te stellen, zoals bij longontstekingen (pneumonie), beroertes, of darmobstructies (ileus). De arts wil als het ware in het lichaam van de patiënt kijken, zonder een operatieve ingreep. Deze onderzoeken worden vaak uitgevoerd op de afdeling radiologie door radiodiagnostisch laboranten en beoordeeld door radiologen. Naast MRI en CT scans omvat beeldvormend onderzoek ook röntgenfoto’s, echo’s, angiografie, botscans (DEXA), en PET-CT scans (nucleair onderzoek).

Wat is een CT scan?

Een CT scan maakt gebruik van röntgenstraling om dwarsdoorsnedes van het lichaam te creëren. Deze dwarsdoorsnedes worden vervolgens samengevoegd tot een compleet beeld op een computer. Tijdens het onderzoek ligt de patiënt op een tafel die langzaam door een ringvormig apparaat beweegt. Soms is contrastmiddel nodig voor een duidelijker beeld. CT scans zijn snel, meestal tussen de 5 en 20 minuten.  Het is echter belangrijk op te merken dat de gebruikte röntgenstraling potentieel schadelijk is voor de gezondheid. Bij zwangere dames wordt bijvoorbeeld extra goed afgevraagd of een CT-scan de juiste keuze is. Het is belangrijk dat de patiënt stil ligt tijdens het onderzoek.

Kortweg kan gezegd worden dat CT scans ideaal zijn voor het in beeld brengen van botten (vooral bij fracturen), longen, buikorganen (zoals nieren), bloedvaten, en hersenen.

Wat is een MRI scan?

De MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) geeft een zeer precies beeld en het maken van een scan duurt een stuk langer. Een gemiddeld onderzoek duurt 30 tot 90 minuten, maar het kan ook zeker langer duren. De MRI scan maakt geen gebruik van röntgenstraling en is daarom niet (bewezen) schadelijk voor de patiënt. De MRI maakt gebruik van magnetische golven om zo beeld te kunnen vormen. Door middel van zeer sterkte magneten (je mag niets van metaal meenemen!) die zich in het apparaat bevinden en draaien tijdens het onderzoek, draaien de water-atomen in het lichaam mee en kan een beeldvorming plaatsvinden. Daar voelt de patiënt echter helemaal niets van. Door het draaien van de magneten in het apparaat hoort de patiënt een hard geluid. Dat wordt meestal verholpen met een koptelefoon. De MRI-scanner is niet donut-vormig, zoals de CT-scan, maar is een langere tunnel. Sommige patiënten ervaren claustrofobische klachten wanneer zij hier in hun geheel in moeten (afhankelijk van het onderzoek). Het is belangrijk dat de patiënt stil ligt tijdens het onderzoek.

Kortweg kan gezegd worden dat de volgende weefsels met de MRI het best kunnen worden afgebeeld: hersenen (en hersenfunctie), hart (en hartfunctie), spieren, pezen, gewrichten, buikorganen.

Wat zijn de verschillen tussen een CT en MRI scan?

De verschillen tussen een CT en MRI scan zijn:

De keuze tussen een CT en MRI scan hangt af van de specifieke situatie en de behoeften van de patiënt. In acute gevallen, zoals een hersenbloeding, wordt vaak voor een CT scan gekozen vanwege de snelle resultaten. MRI scans zijn ideaal voor gedetailleerde weefselbeelden en worden gebruikt bij minder acute situaties. Het is belangrijk om te weten dat patiënten met bepaalde medische apparaten, zoals pacemakers, geen MRI scans kunnen ondergaan vanwege het magnetische veld.

Lees meer over of doe de quiz voor verpleegkundigen om je kennis te testen.

Mobiele versie afsluiten